Dit nummer van het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap bevat zes artikelen van communicatiewetenschappers uit Vlaanderen en Nederland.In het eerste artikel ‘Krantenberichtgeving over het rookverbod in de horeca: een inhoudsanalyse’ tonen Gera Nagelhout, Bas van den Putte, Hein de Vries en Marc Willemsen aan dat de krantenberichtgeving meer gericht is op de economische aspecten en het verzet dan op de gezondheidsaspecten van het rookverbod in de horeca. De inhoudsanalyse is uitgevoerd op artikelen over dit onderwerp die in de periode van maart 2008 tot en met april 2009 zijn verschenen in verschillende landelijke en regionale dagbladen in Nederland.Cédric Courtois, Steve Paulussen, Peter Mechant en Lieven De Marez hebben een survey uitgevoerd onder 1725 Vlaamse jongeren van 12 tot 18 jaar en een kwalitatief vervolgonderzoek onder een klein deel van deze respondenten. Zij wilden nagaan met welke communicatietechnologieën jongeren communiceren en met wie. In het artikel ‘Het techno-subsysteem van de Vlaamse tiener: keuzes van jongeren in hun gebruik van communicatietechnologieën’ beschrijven zij de belangrijke rol van de verschillende technologieën zoals sms en e-mail in de interpersoonlijke communicatie van jongeren.Het derde artikel ‘Handen wassen na het plassen. Jong geleerd, oud gedaan?’, geschreven door Maartje de Kort en Aart Velthuijsen, laat zien hoe goed gewoontegedrag kan worden bevorderd. In twee studies is nagegaan welke communicatieboodschap (via informatieve of normatieve beïnvloeding dan wel met een injunctieve of descriptieve norm) het handenwasgedrag na toiletbezoek bevordert. In de experimenten is de afhankelijke variabele, het handenwasgedrag, door middel van observaties in een openbare toiletruimte gemeten.Michaël Opgenhaffen, Leen d’Haenens en Maarten Corten schetsen in ‘Journalistiek in Vlaanderen: afstemming tussen praktijk, opleiding, en onderzoek’ een beeld van de journalistieke praktijk, de opleidingen en het onderzoek in de journalistiek in Vlaanderen. Zij bouwen hiermee voort op de studie van Kees Brants en Peter Vasterman (vorig jaar gepubliceerd in nummer 3 van het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap) waarin het Nederlandse onderzoek in het vakgebied van ‘journalism studies’ werd geïnventariseerd.In ‘De invloed van geïdealiseerde mediabeelden op het zelfbeeld van jonge meisjes: het positieve effect van mediabewustzijn’ kijken Frederieke van der Deen, Saskia Schwinghammer en Kirsten Verkooijen naar de invloed van geïdealiseerde, extreem aantrekkelijke modellen in reclameadvertenties op zelfevaluaties van de eigen fysieke aantrekkelijkheid. Uit de resultaten van hun onderzoek blijkt dat als meisjes zich bewust zijn van de manipulatiemogelijkheden van de media dit bescherming biedt tegen negatieve effecten van blootstelling aan geïdealiseerde modellen.Het zesde en laatste artikel in dit nummer is van de hand van Luuk Lagerwerf, Marjolein Schurink en Dirk Oegema. In ‘Subjectiviteit als taalgebruik in dagbladen en nieuwsweblogs’ presenteren zij de resultaten van een taalkundige inhoudsanalyse. Zij concluderen dat nieuwsweblogs sterker worden geschreven vanuit het schrijversperspectief en dat subjectiviteit in de journalistiek vooral een kwestie is van stijl.Uit dit overzicht blijkt dat de inhoud van dit nummer wordt gekenmerkt door een grote variatie aan onderwerpen en een grote diversiteit aan gebruikte onderzoeksmethoden, achtereenvolgens een inhoudsanalyse van krantenberichtgeving, een vragenlijstonderzoek onder jongeren met een kwalitatief vervolgonderzoek, experimenten met observaties van het gedrag, een survey onder journalisten en interviews met experts, een experiment met vragenlijsten, en een taalkundige inhoudsanalyse.Tot slot brengen we u graag op de hoogte van de samenwerking die het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap heeft opgezet met de recent opgerichte Netherlands – Flanders Communication Association (NeFCA, <http://www.nefca.eu>). NeFCA heeft tot doel een gemeenschap van communicatiewetenschappers uit Vlaanderen en Nederland te creëren. NeFCA wil dit doen door het opzetten van seminaries voor PhD- en senioronderzoekers, het uitwerken van een juniornetwerk, de uitgave van een nieuwsbrief, en talrijke andere initiatieven die communicatiewetenschappers uit Nederland en Vlaanderen samenbrengen en hoogwaardig onderzoek stimuleren. Daarnaast neemt zij van NESCoR het hoederecht over van het Etmaal van de Communicatiewetenschap. NeFCA-leden genieten trouwens verminderde inschrijvingskosten voor het Etmaal. Om ook de banden met het enige Nederlandstalige ISI-gerankte tijdschrift op te zetten, is in het NeFCA-lidgeld de elektronische toegang tot het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap voorzien. Op deze manier wensen NeFCA, het Etmaal, en het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap samen te werken aan de kwaliteit en uitstraling van het communicatiewetenschappelijk onderzoek in Nederland en Vlaanderen.